De zomervakantie is voor velen een periode van ontspanning. Geen wekker, geen drukke agenda en vooral: even loslaten. Ook als het gaat om voeding. Een croissant bij het ontbijt, een ijsje tussendoor, een pizza of pasta met een glas wijn in de avond... het hoort allemaal bij dat vrije vakantiegevoel. En eerlijk is eerlijk: het kan heerlijk zijn om even niet zo streng voor jezelf te zijn.
Toch kun je al na een paar dagen vakantie al verschil merken dat je je wellicht anders begint te voelen. Trager, vermoeider, sneller geprikkeld. Het hoofd lijkt voller, de energie is weg, en de behoefte aan zoetigheid blijft maar terugkomen. Wat begint als ontspanning, eindigt vaak in onrust, cravings en mentale mist.
Hoe komt dat? Het antwoord ligt vaak in wat we onbewust voeden of eigenlijk: overvoeden.
Wat suiker écht doet in je lijf (en hoofd)
Wanneer je regelmatig suiker of snelle koolhydraten eet, stijgt je bloedsuikerspiegel telkens opnieuw. Je lichaam reageert daarop door insuline aan te maken: een hormoon dat glucose uit je bloed helpt opnemen in je cellen. In het begin is dat een normaal proces. Maar na verloop van tijd, als dit te vaak gebeurt, raken je cellen verzadigd en minder gevoelig voor insuline. Je lichaam moet dan steeds meer insuline produceren om dezelfde taak uit te voeren. Dit noemen we insulineresistentie.
Hoewel dit vaak als een lichamelijk probleem wordt gezien, speelt het brein hierin een minstens zo belangrijke rol. Je hersenen zijn namelijk extreem gevoelig voor schommelingen in energie. Ze draaien het liefst op een stabiele toevoer van brandstof. Maar bij insulineresistentie wordt die toevoer onregelmatig, onbetrouwbaar. En dat voel je: niet alleen als vermoeidheid of een hongerig gevoel, maar juist ook als mentale instabiliteit, concentratieproblemen of stemmingswisselingen.
Wat veel mensen niet weten, is dat insuline ook betrokken is bij de regulatie van neurotransmitters zoals serotonine en dopamine , stoffen die essentieel zijn voor je stemming, motivatie en emotioneel evenwicht. Wanneer de insulinewerking verstoord raakt, raakt ook dit systeem uit balans. Daardoor kun je je somber, onrustig of ‘afwezig’ voelen, zonder dat je precies weet waarom.
Insulineresistentie als breinprobleem
Steeds vaker zie ik vrouwen met vage klachten die terug te voeren zijn op een instabiele bloedsuiker. Niet alleen lichamelijk, maar juist mentaal. Ze ervaren een vol hoofd, snel overprikkeld zijn, prikkelbaarheid aan het einde van de dag of geen controle meer over hun eetgedrag. Vaak wordt gedacht dat dit ‘gewoon drukte’ is of ‘erbij hoort’, maar het is vaak een signaal van onderliggende disbalans.
Insulineresistentie wordt in de wetenschap inmiddels ook in verband gebracht met depressie, burn-outklachten en zelfs neurodegeneratieve ziekten zoals Alzheimer. Niet voor niets wordt in sommige onderzoeken gesproken over ‘type 3 diabetes’ als het gaat om hersenaandoeningen waarbij insulineresistentie een rol speelt.
Juist daarom is het zo belangrijk om voeding serieus te nemen als het gaat om mentale gezondheid. Wat je eet, beïnvloedt letterlijk hoe je denkt, voelt en reageert.
Terug naar balans: ketogeen eten
Na de zomer merk ik het zelf ook: mijn hoofd voelt drukker, mijn energie minder constant. Het ketogene dieet helpt mij om de insulinegevoeligheid te herstellen. Door het lichaam over te laten schakelen van suikerverbranding naar vetverbranding, ontstaat er een stabielere energievoorziening. De bloedsuikerspiegel blijft vlakker, de insuline-aanmaak daalt, en het brein krijgt weer rust. Cravings verdwijnen, het hoofd wordt helderder, en je voelt je weer krachtiger – van binnenuit.
Voor mij is dit geen streng dieet, maar een vorm van zelfzorg.
Reactie plaatsen
Reacties